De 54-jarige Nada is de volgende vrijdagmorgen al vroeg van de partij. Ze is vrijwilliger bij De Vrolijkheid en heeft zelf ook in het azc gewoond. Nada spreekt Arabisch, Engels en Nederlands en dat is ideaal om mensen uit te nodigen. Er staat vandaag namelijk weer een nieuwe workshop op de planning: fotografie onder leiding van Karin. Maar ouders werven is niet minder makkelijk dan jongeren. Bij de eerste deur waar een moeder van twee kinderen zou moeten wonen, laat Marike mij aanbellen.
Na een paar seconden gaat de deur op een kier open. In de schaduw van de deur staat een vrouw. Ze kijkt me afwachtend aan. Ik vertel haar wat in het Engels en laat haar een flyer met de uitnodiging zien. Ik merk echter dat mijn boodschap niet echt overkomt. De drempel tussen mij en haar is haast voelbaar. Nada schiet me te hulp en vertelt in rap Arabisch wat de bedoeling is. ‘Misschien,’ belooft de vrouw.
Als we even later bij een volgende deur staan, voert Nada het woord. Nadat ze heeft aangebeld, doet ze twee stappen terug en draait zich om. Waarom doet ze dat, vraag ik me af. ‘Dat is gebruikelijk bij ons,’ legt Nada aan het eind van de leerzame fotografieles uit. ‘Eerst met je rug naar de deur begroeten. Dan pas voorzichtig kijken. Zij kan bijvoorbeeld haar hoofddoek nog niet om hebben. Geef haar de tijd. Niet zo bam in de deuropening staan. Dat doen jullie Nederlanders.’
Een les beleefdheidsvormen leer je soms zomaar op een zonnige vrijdagmorgen.
''Ik vertel haar in het Engels wat de bedoeling is, maar ik merk dat mijn boodschap niet overkomt.''
Want ook al is het herfst, de zon schijnt en daarom loop ik zonder jas buiten. ‘Oh,’ bibbert Nada, ‘heb je het niet koud? Zo dun, je kleren.’ Ik lach. Zij draagt twee shirts, een sjaal en een hoofddoek. Dat de meeste deelnemers hun jas niet uit doen als ze bezig zijn, merkte ik gisteren ook al. Blijkbaar is het koud in ons land. Of is het een stille symboliek? Jassen aan, gereed om elk ogenblik verder te gaan? Zij zijn hier maar op doorreis. Dit is niet hun thuis. Maar waar dan wel?
Ali van 11 weet het ook niet. Hij verhuist volgende week naar Brabant, ver van dit vertrouwde azc vandaan. Ik vind hem beneden bij het trappenhuis. Hij lapt zijn fiets op, in zijn eentje. Hij deed wel meer alleen. Zijn vlucht – van Syrië naar Nederland – was zonder ouders. Hij kende alleen wat mensen uit zijn dorp die samen met hem de overtocht over de Middellandse Zee maakten. Waar hij heen ging, wist hij niet. In Holland, ver van zijn geboorteland vandaan, vond hij zijn familie terug.
Nu woont hij al twee jaar in Middelburg en is het tijd om te verhuizen. Of hij zin heeft? Beslist schudt hij van nee. ‘Spannend?’ vraag ik hem. Hij knikt verlegen, maar dapper. Ik geef hem een klopje op zijn schouder. ‘Zet 'em op jongen.’ De glimlach die hij van onder zijn zwarte krullen mij schenkt, blijft me na deze morgen nog lang bij.
Reactie plaatsen
Reacties